Snus: de stille verslaving onder jongeren
“Het lijkt kauwgom, maar voor je het weet, kun je niet meer zonder”
Een zakje onder de lip
De docent schrijft een som op het bord. Achterin de klas schuift een jongen onopvallend een klein wit zakje onder zijn lip. Geen geur, geen rook, geen beweging die opvalt. Hij glimlacht even naar zijn vriend, die hetzelfde doet. Voor buitenstaanders lijkt het onschuldig, bijna alsof ze kauwgom kauwen. Maar het zijn nicotinezakjes – beter bekend als snus.
Steeds meer jongeren gebruiken het. Onzichtbaar, goedkoop te bestellen via sociale media, en in smaken als cola, mango en frisse mint. “Iedereen doet het,” vertelt een 16-jarige leerling. “Het is makkelijk, je merkt het niet, en het voelt stoer. Pas later merk je dat je er niet meer zonder kan.”
Wat is snus eigenlijk?
Traditionele snus komt uit Scandinavië en bevat tabak. In Nederland is die variant verboden, maar de moderne nicotinezakjes zijn overal verkrijgbaar. Ze bevatten geen tabak, maar wél hoge doses nicotine. Vaak meer dan een sigaret.
Volgens arts A. Faloun is dat een groot probleem:
“Jongeren onderschatten nicotine. Het brein is tot ongeveer je 25e nog volop in ontwikkeling. Nicotine verstoort die ontwikkeling en vergroot de kans op verslaving. Veel jongeren denken: het is geen sigaret, dus het is niet erg. Maar juist dit product is verraderlijk, omdat het zo onzichtbaar is.”
De aantrekkingskracht
Waarom grijpen jongeren massaal naar snus? De antwoorden komen steeds terug:
- Groepsdruk: “Als je vrienden het doen, wil je niet buiten de groep vallen.”
- Onzichtbaar gebruik: geen rook, geen geur, geen gedoe met ouders of leraren.
- Stress & prestatiedruk: sommige jongeren geloven dat nicotine helpt bij concentratie tijdens toetsen of sport.
- Social media: TikTok en Instagram staan vol met jongeren die pronken met zakjes snus alsof het een accessoire is.
Volgens GGD Haaglanden is het een groeiend probleem:
“We krijgen steeds vaker meldingen van scholen. Omdat het gebruik niet zichtbaar is, wordt het moeilijk om in te grijpen. Jongeren zien het als kauwgom, maar feitelijk is het een sterk verslavend middel.”
In de sportzaal
Ook in de sportwereld ziet men het gebruik toenemen. Ingio “Ayo” Kani, professioneel kickbokser en coach bij Groeikans, vertelt:
“Sommige jongeren zeggen: ik neem snus voor een training, dan ben ik scherper. Maar dat is een leugen die ze zichzelf vertellen. Nicotine haalt je energie weg en maakt je afhankelijk. Het is geen kracht, het is zwakte.”
Zijn wekelijkse bokstraining voor jongeren van Groeikans is een tegenwicht. Jongeren leren er spanning kwijt te raken zonder middelen. “In de ring leer je discipline, respect en controle over jezelf. Dáár zit echte kracht. Niet in een zakje onder je lip.”
Jongeren aan het woord
Een 17-jarige jongen uit Den Haag vertelt:
“Ik begon ermee omdat ik dacht dat het niet schadelijk was. Het rookt niet, je hoeft niks aan te steken. Maar na een paar weken merkte ik dat ik elke dag een zakje wilde. Als ik er geen had, werd ik onrustig. Toen besefte ik: ik ben gewoon verslaafd.”
Een ander zegt:
“Mijn moeder weet nog steeds niet dat ik het gebruik. Ze denkt dat ik gewoon kauwgom kauw. Maar eerlijk gezegd schaam ik me ervoor. Ik wil er eigenlijk mee stoppen, maar dat is moeilijker dan ik dacht.”
De rol van Groeikans
Voor Groeikans is de opkomst van snus een signaal dat jongeren zoeken naar manieren om met stress en groepsdruk om te gaan. Directeur Mounir Faloun benadrukt:
“Snus lijkt een makkelijke oplossing, maar het is een valkuil. Jongeren hebben veilige plekken nodig waar ze hun energie kwijt kunnen en iemand die naar ze luistert. Bij Groeikans doen we dat via sport, creatieve projecten en begeleiding. Het gaat erom dat jongeren leren: je kracht zit in jezelf, niet in een middel.”
Een oproep aan ouders en scholen
Experts zijn het eens: dit probleem los je niet alleen op met verboden of strenge regels. Het begint bij bewustwording en gesprek.
- Ouders: moeten weten dat snus bestaat en hoe makkelijk het verkrijgbaar is.
- Scholen: moeten het onderwerp bespreekbaar maken in de klas.
- Professionals: moeten jongeren alternatieven bieden – van sport tot begeleiding.
Zoals arts A. Faloun het zegt:
“We kunnen niet wachten tot dit een groot verslavingsprobleem wordt. Jongeren hebben nu begeleiding en voorlichting nodig, zodat ze leren dat hun toekomst meer waard is dan een zakje nicotine.”